Mijn brief aan de Lijstadviescommissie

Toen ik vijf jaar was scheidden mijn ouders en kwam ik met mijn Surinaamse moeder en twee(ling) zussen terecht in Almere. We hadden het niet breed en absoluut niet makkelijk. Opgroeien in zo een situatie leert je waarderen hoe goed het sociale vangnet is in Nederland: mijn moeder kreeg een bijstandsuitkering, een sociale huurwoning en allerlei toeslagen. Je maakt echter ook kennis met de stress en angst die met armoede gepaard gaat. De blauwe brieven, de beschikkingen en de gerechtsdeurwaarders. Dit systeem vereenvoudigen en bovenal menselijker maken. Dit was mijn motivatie om politiek actief te worden op lokaal niveau en is mijn motivatie om me te kandideren voor de Tweede Kamerverkiezingen.

Sinds maart 2021 ben ik namens D66 raadslid en inmiddels ook vicefractievoorzitter in Almere. Voor mij de partij die gelijke kansen op nummer één zet. Wij benaderen problemen niet vanuit onze eigen lens, maar vanuit verschillende perspectieven en zoeken de nuance op waar nodig. Hier heb ik mij met name ingezet voor menselijker armoedebeleid en het creëren van een betaalbaardere en toegankelijkere woningmarkt. Zo heb ik de giftendrempel kunnen verhogen van €1200 naar €1800 euro, de rapportageplicht voor bijstandsgerechtigden versoepeld en de bijbehorende informatievoorziening verbeterd.

Het raadswerk doe ik met veel plezier, maar om mij heen zie ik de problemen van generatiegenoten. Het niet kunnen krijgen van een stage doordat je een niet gebruikelijke achternaam hebt. Veroordeeld zijn tot een zolderkamer tot je dertigste of toch maar niet studeren, omdat je een studieschuld niet kan veroorloven en de woningmarkt een ramp is. De kansen zijn nog steeds niet gelijk verdeeld en ik denk met het D66 gedachtegoed een bijdrage te kunnen leveren om die te vergroten. Daarom is het nu tijd voor een nieuwe generatie om op te staan om de problemen in Nederland aan te pakken.